Overhangend groen

Met enige regelmaat ontvangen wij klachten over overhangend groen. Het gaat dan meestal om struiken, heggen en bodembedekkers die over de trottoirs groeien en soms het uitzicht op een zijstraat of kruispunt belemmeren. Ook klimop en kamperfoelie hangen soms in grote bossen over schuttingen, waardoor men moet bukken om er onderdoor te komen.

Daarom hebben wij een aantal basisregels opgesteld voor overhangend groen en begroeiing aan de rand van een tuin. Jouw tuin moet, als dit van toepassing is, hieraan voldoen:

  • Beplanting hoort op of vlak bij de erfgrens; snoei overhangend groen terug tot de erfgrens;
  • Houd de stoep en straat bij jouw woning vrij; haal doorgegroeide bodembedekkers weg;
  • Zorg voor vrije loopruimte op voetgangersgedeelten onder bomen (2.50 meter) en een vrije doorrijhoogte (4.50 meter) langs de weg;
  • Zorg ervoor dat verkeersborden zichtbaar blijven;
  • Het groen rondom een kruispunt mag niet hoger zijn dan 80 centimeter. Zo heeft het verkeer vrij uitzicht;
  • Buiten de bebouwde kom liggen de snelheden hoger en moet een grotere hoek vrij worden gehouden van hoge beplanting.

Op de uitzichtdriehoek (zie plaatje) staat aangegeven in welk gedeelte van de tuin je rekening dient te houden met het zicht op de straat. Binnen het gespikkelde gedeelte geldt een maximale hoogte van 80 centimeter voor struiken en ander groen.

Kaart