Verantwoord hout stoken
Een open haard, houtkachel of vuurkorf geeft vaak sfeer en gezelligheid. Toch heeft hout stoken nadelige gevolgen voor de luchtkwaliteit, voor je eigen gezondheid én die van anderen in je omgeving. De rook die vrijkomt bij het stoken van hout bevat namelijk veel fijnstof en andere schadelijke stoffen.
Wat houtrook doet met je gezondheid
Wat je vaak niet ziet als je een vuurtje stookt, is wat er de lucht in gaat. Fijnstof uit houtrook kan diep in je longen doordringen, en de kleinste deeltjes (PM2,5) kunnen zelfs in je bloedbaan terechtkomen. In Nederland is ongeveer 25% van deze fijnstof afkomstig van houtrook. Dat zorgt voor gezondheidsklachten, vooral bij mensen die al luchtwegaandoeningen hebben. Zij hoesten dan meer of worden benauwd.
Houtrook en het milieu
Houtrook zorgt ook voor luchtvervuiling. Zeker als het windstil of mistig is, blijven schadelijke stoffen lang in de lucht hangen. Op zulke dagen kunnen de fijnstofconcentraties in de buurt snel oplopen. Maar ook op winderige dagen kan rook over een groot gebied verspreiden. Kijk daarom altijd naar het weer en gebruik de stookwijzer om te bepalen of je beter even kunt wachten. Vuur stoken in de open lucht is niet toegestaan als er sprake is van code oranje of rood van de stookwijzer.
Wat te doen als je overlast hebt van houtrook?
Heb je last van rook uit een open haard, vuurkorf of houtkachel in de buurt? Ga dan eerst in gesprek met degene die stookt. Vaak weet iemand niet dat het overlast veroorzaakt, en een vriendelijk gesprek kan al veel oplossen. Samen kun je bijvoorbeeld kijken naar beter stookgedrag, geschikter hout of het vermijden van stoken bij slecht weer.
Wat doet de gemeente bij overlast?
Er zijn in Nederland geen landelijke regels voor houtstook. Ook zijn er nauwelijks technische eisen of officiële meetmethodes om overlast vast te stellen. Daardoor kan de gemeente in de meeste gevallen helaas niet handhaven, ook al ervaar jij wel overlast.
Toch zijn er vaak wel mogelijkheden om samen met je omgeving tot een oplossing te komen. Een goed gesprek leidt er vaak toe dat buren wat meer rekening met elkaar houden en hun stookgedrag aanpassen. Door bijvoorbeeld alleen te stoken met geschikter hout of door rekening te houden met windstille perioden. Soms is er meer nodig, zoals een hogere schoorsteen of een aangepast rookkanaal. Door rekening met elkaar te houden en samen naar mogelijkheden te kijken, kun je overlast proberen te beperken of voorkomen.
10 tips om zo goed mogelijk te stoken
- Gebruik alleen onbehandeld hout dat ten minste 2 jaar gedroogd is.
- Gebruik duurzaam hout (FSC-keurmerk).
- Gooi nooit papier, karton, geverfd of gelijmd hout op het vuur.
- Stook niet bij windstil of mistig weer. Stook ook niet als het hard waait (windkracht 5 of hoger). Bekijk de stookwijzer om te zien of het vuur beter uit kan blijven.
- Zorg voor een optimale houtverbranding door een hoge temperatuur. In een optimaal brandende kachel zijn de vlammen heldergeel en flikkeren ze nauwelijks.
- Zorg voor voldoende luchttoevoer, dan brandt het vuur het beste.
- Laat het vuur vanzelf uitbranden. Ventileer de ruimte na het stoken.
- Maak na elke stookbeurt de aslade schoon en laat de schoorsteen minimaal 1 keer per jaar vegen.
- Stook minder. Een of twee keer per week stoken is vanzelfsprekend minder belastend voor gezondheid en milieu dan elke dag de kachel aan.
- Informeer eens in de buurt of mensen last hebben van het stoken. Maak hierover afspraken.