Onroerende zaakbelastingen
Wie een huis bezit, betaalt onroerendezaakbelastingen (OZB). Bij niet-woningen (bedrijven) betalen de eigenaar en de gebruiker.
De aanslag wordt opgelegd aan degene die op 1 januari 2023 eigenaar is van een woning of een niet-woning. En aan degene die op deze datum gebruiker is van een niet-woning. Ben je eigenaar en gebruiker van een niet-woning? Dan krijg je een aanslag OZB voor zowel de eigenarenbelasting als voor de gebruikersbelasting.
Tarieven onroerendezaakbelastingen (woningen)
- Eigenaren: 0,1241% van de WOZ-waarde.
- Gebruikers: niet van toepassing. Huurders betalen geen OZB.
Tarieven onroerendezaakbelastingen (niet-woningen)
- Eigenaren: 0,4123% van de WOZ-waarde.
- Gebruikers: 0,2317% van de WOZ-waarde.
Bezwaar
Ben je het niet eens met de aanslag? Ontvang je bijvoorbeeld een aanslag voor een pand, waarvan je op 1 januari 2024 geen eigenaar en/of gebruiker bent? Dan kun je bezwaar maken.
Ontheffing
De situatie op 1 januari van het jaar bepaalt hoeveel OZB je betaalt. Verkoop je het pand in de loop van het jaar? Dan verandert er niets aan de hoogte van de aanslag. De notaris verrekent bij de verkoop meestal de eigenarenbelasting met de nieuwe eigenaar.
Beëindiging van het gebruik van een pand (bijvoorbeeld door verhuizing) verandert ook niets aan de hoogte van de aanslag. Hier staat tegenover dat je voor het in gebruik nemen van een ander pand na 1 januari voor dat jaar geen OZB hoeft te betalen.
Afschaffing gebruikersheffing OZB-woningen
De gebruikersheffing van de OZB op woningen is afgeschaft. Alleen de eigenaar van een woning krijgt nog een aanslag OZB. Ook de niet-woningen met woondelen liften mee in deze maatregel. Op het gecombineerde aanslagbiljet staat bij de gebruikersheffing van deze objecten een andere grondslag: WOZ-waarde minus waarde woongedeelte.